El Sierd blikt vooruit: poule G
Een poule met Dusan Tadic, Antony en Andre Onana. Marc Overmars stopt even met foto’s maken met zijn telefoon om voetbal te kijken. Wat een poule!
De Goddelijke Kanaries zijn volgens hen die het schijnen te weten de grote toernooifavorieten; de Zwitsers zijn allang veel meer dan dat truttige Alpenlandje en schakelden gewoon de Italianen uit op weg naar dit WK; onder leiding van aanvoerder Tadic deden de Servische baltovenaars hetzelfde met het Portugal van CR7; de omvang van het gemiddelde Kameroenese dijbeen is een garantie voor ruim voldoende fysieke Afrikaanse inbreng, dus nog een keer: wat een poule! Zes wedstrijden om van te smullen.
De opwinding over de verkiezingsstrijd in Brazilie tussen die oplichter van een Lula en die idioot van een Bolsonaro verbleekt volledig bij het verlangen, nee, bij de hunkering van de gemiddelde Braziliaan naar een nieuwe wereldtitel voor de Seleçao. Twintig jaar duurt het lange wachten al. Twintig jaar waarin de sambavoetballers slechts 1x tot de halve finale reikten. En laat dat nou net een halve finale zijn waar niemand, maar dan ook echt helemaal niemand in Brazilie ooit nog over wil horen. Tweemaal had Brazilie het voorrecht om in het eigen Maracana de wereldtitel te kunnen veroveren. Tweemaal mondde dat uit in een horror scenario. Samen met het grote verdriet van de verloren WK finale van 1950 tegen Uruguay vormt de 1-7 vernedering tegen de Duitsers in 2014 de reusachtige zwarte schandvlek waar elke Braziliaan elke dag weer mee moet zien te leven. In een land waar het voetbal meer dan een religie is, een land waar het aantal zelfdodingen na een verloren WK wedstrijd verontrustende vormen aanneemt, een land waar de hoogbejaarde Pele nog steeds vele malen groter is dan God. In zo’n land is 20 jaar zonder wereldtitel onverdraaglijk. Het móet dan ook nu gaan gebeuren, dan maar in Qatar of all places.
Maar gaat het ook gebeuren? Laten we de Seleçao eens onder de loep nemen. Aanvallend is er weinig mis, de keuze is reuze. Mijn grote vriend Neymar wordt op deze reis vergezeld door mede-aanvallers als Antony, Richarlison, Vinicius (Vini junior voor vrienden), Gabriel Jesus en Roberto Firmino. Je zou zomaar in een 2-2-6 systeem gaan voetballen.
Op het middenveld ook weer volop keus. Aan fysieke kracht geen gebrek met mannetjesputters als Casemiro, Fred, Fabinho, Lucas Paqueta en Bruno Guimaraes. De slag op het middenveld winnen van de Brazilianen wordt een serieuze uitdaging voor elke tegenstander. Maar zit er ook een lekkere steekpass tussen of het begin van een briljante combinatie?
Onder de lat wordt het City of Liverpool, dat zit wel snor. Maar wie zet onze vriend Tite voor de neus van zijn goalie neer? Thiago Silva is een zekerheidje als minister van defensie. Maar Thiago is inmiddels 38 jaar, nog een paar jaar en hij kan zich inschrijven voor het walking football. Is dat een garantie voor een wereldtitel? Ik heb m’n ernstige twijfels. Zeker als je daaromheen mannen als Danilo, Marquinhos, Eder Militao of Alex Sandro neer moet gaan zetten. Allemaal grote stoere spierbundels waar je beter geen ruzie mee zoekt. Maar wel meer naam dan daad. Kortom, Brazilie is verdedigend absoluut kwetsbaar. Daar zijn ze te pakken. En dat gaat vroeg of laat gebeuren zeg ik u. De poule komen ze zeker door, elke wedstrijd daarna kan zomaar de laatste zijn. Met een hoog sterftecijfer in het thuisland tot gevolg. En een volgend trauma voor minimaal de komende 4 jaar.
De strijd om de plek naast Brazilie wordt een loterij. Zoals gezegd gaat Brazilie wel door, maar de drie andere landen kunnen net zo makkelijk (of moeilijk zo u wilt) eerste of laatste worden.
De Zwitsers, ooit kanonnenvoer voor de serieuze voetballanden toen er daar alleen nog maar werd geskied en gerodeld, zijn inmiddels al jaren een vaste waarde op de eindtoernooien en niet voor spek en bonen. Sinds 2006 werd 4x de achtste finale gehaald en 1x de kwartfinale. Die keer in 2010 dat de Zwitsers de poule niet overleefden, werd wel mooi van de latere wereldkampioen Spanje gewonnen.
Het goede nieuws is dat ze eindelijk de oude bondscoach hebben ingeruild voor een jonger exemplaar. Die Petkovic had de uitstraling van een boekhouder met een kasverschil, alleen bij een doelpunt keek ie alsof ie zojuist een kloppende jaarrekening had geproduceerd. Eindelijk staat er een echt voetbaldier voor de groep, Murat Yakin (ja, een Zwitser) speelde een kleine 50 interlands voor zijn land. Het uitschakelen van de Italianen op weg naar dit WK staat alvast lekker op zijn CV. Vooral bekende gezichten bij de Zwitsers, aan ervaring geen gebrek dus, die worden niet warm of koud meer van een beladen WK potje. En vergis u niet he, bijna allemaal spelers uit topcompetities. Een verdwaald selectielid speelt misschien nog ergens op een Alpenwei, maar clubs als Manchester City, Arsenal, Chelsea, Borussia Dortmund en Borussia Mönchengladbach hebben toch echt de overhand.
Servië, wat een aanval. Dusan Tadic, ook hier uiteraard de captain, ziet naast zich spelers als Dusan Vlahovic, het grote talent van Juventus, en Aleksander Mitrovic, erkend beest en doelpuntenmachine van Fulham. In geval van nood kan Luka Jovic ook een aardig balletje trappen. Met daarachter een zeer ervaren middenveld en een spijkerharde verdediging staat er een ploeg waar niemand makkelijk van gaat winnen. En dan heb ik het nog niet gehad over de vaderlandsliefde. Spelen voor Servië is het hoogste wat er voor een Servische voetballer valt te bedenken. Voetbal is als oorlog voor hen. Niet voor niets was het in de jaren negentig zo’n gewelddadig zooitje daar in de buurt. Kom je aan mijn land, dan kom je aan mij. Het vuur zal uit de ogen spatten. Maar wat ik eerder schreef over de Kroaten, de niet zo geliefde buren, geldt net zo hard voor de Serven. Tegen kleinere landen kan het heilige vuur wel eens ontbreken en gaat alles op 90%. Juist daarom hebben de Serven heel gunstig geloot, want poule G is een poule zonder zwakke broeders. Ik beloof u alvast: de wedstrijd Brazilië-Servië wordt me er eentje, hoor. Die zie ik de Serven zomaar winnen, kijk niet gek op. Vraag dat maar aan Cristiano uit Manchester, die dacht dat ie de WK koffer al kon inpakken, tot de Serven in de laatste kwalificatiewedstrijd gewoon met een 1-2 zege de 3 punten meenamen uit Lissabon. Moest CR7 toch nog twee keer zijn kicksen aantrekken in de play-offs.
Rigobert Song is de meest ervaren coach van alle 32 coaches. Niet als coach, maar als voetballer. Als iemand weet hoe het er aan toe gaat tussen de lijnen op een WK is het Rigobert wel. Rigobert…..zou zomaar de Afrikaanse oom van Donald Duck kunnen zijn, bedenk ik me nu. Maar dat terzijde.
Een paar weetjes over Rigobert: de jongste speler op een WK die een rode kaart kreeg (17 jaar); de enige speler, samen met Zinedine Zidane, die op 2 verschillende WK’s rood kreeg; speelde 4 WK’s; won 2x de Afrika Cup; speelde 137 interlands.
Alleen zo jammer dat ie nog te jong was voor het WK 1990. Rigobert had niet misstaan bij de historische openingswedstrijd tegen Argentinie en daar waarschijnlijk als derde Kameroenees een rood kaartje gepakt.
Maar ik zeg hoe dan ook: de goede man heeft recht van spreken. En een goed kapsel. Ik ben voor Kameroen.
Andre Onana op de kooi, daarvoor vier reuzen van verdedigers. Op het middenveld verzorgen André Zambo Anguissa en Jean Onana (geen familie) het voetbal en voorin mag het trio Vincent Aboubakar, Eric Maxim Choupo-Moting en Karl Toko Ekambi de ballen er in schieten.
U heeft het CV van Rigobert gezien, u kent inmiddels de Afrikaanse stijl van verdedigen, ik zet in op 2 x rood. Place your bets. Maar genieten gaan we, dat staat vast.
Oh ja, ze hebben ook nog de speler met de mooiste naam van het toernooi: Simon Ngapandouetnbu. Wij wensen de speaker van dienst een fijne avond.
Mijn voorspelling:
1. Brazilië
2. Servië
3. Zwitserland
4. Kameroen
Koekoek!
Geef een reactie