Toto Arie * Aadje’s Afkoopsom * Koekoek * WM Gé

Hoe Qatar in 1981 al een WK-finale speelde

Khalid Salman. Sinds kort kent iedereen zijn naam. Nou ja, misschien niet zijn naam, maar wel zijn uitspraken. Salman zei in de Duitse documentaire ‘Geheimsache Katar’ dat homoseksuelen ‘een defect in hun hersenen hebben’. Daardoor zal hij altijd te boek blijven staan als ‘de WK-ambassadeur’ die het ware gezicht van Qatar liet zien. Case closed.
Het idee om Salman naar voren te schuiven leek nog wel zo goed. Hij was namelijk een van de sterren van het Qatarese voetbalteam dat in 1981 de WK-finale speelde. Je leest het goed: Qatar, het land zonder voetbaltraditie, hoorde begin jaren tachtig tot de top van de wereld. Bij de beloften dan.


Dolle vreugde na het bereiken van de finale

Evaristo, verlosser van Barcelona en Qatar
Het Arabische voetbalsprookje vond plaats in Australië, met dank aan een Braziliaan: Evaristo de Macedo. Een levende legende, al zal zijn naam misschien niet direct een belletje doen rinkelen.
Evaristo was de verlosser van Barcelona toen Johan Cruijff nog als 10-jarig ‘Jopie’ langs het trainingsveld van Ajax ballen terugschoot. Hij was de spits van FC Barcelona, die de suprematie van Real Madrid in de jaren vijftig doorbrak. Dat we Evaristo niet in een adem noemen met Pelé, Vava of Garrincha komt misschien wel doordat hij nooit een WK speelde.
En dat terwijl hij in aanloop naar het wereldkampioenschap van 1958 in Zweden nog vijf doelpunten in een duel met Colombia maakte, nog altijd ongeëvenaard in het shirt van Brazilië. Op de tribune zat die dag Josep Samitier, destijds technisch directeur van Barcelona. Hij duwde Evaristo meteen een contract onder de neus.

Evaristo ging naar Catalonië, onder voorwaarde dat hij met Brazilië naar Zweden zou mogen voor het WK. Die mondelinge afspraak bleek echter niets waard toen Spanje zich niet wist te plaatsen en Barcelona tijdens het WK moest aantreden in het Spaanse bekertoernooi.
De spits schikte zich en zag op afstand hoe Brazilië met de 17-jarige uitblinker Pelé voor het eerst wereldkampioen werd. Evaristo werd nooit meer opgeroepen.
In Catalonië groeide hij uit tot levende legende, onder meer dankzij de eerste hattrick van een Barcelona-speler tegen het oppermachtige Real. Zijn goals hielpen de club aan twee landstitels, een nationale beker en twee eindzeges in het toernooi om de Jaarbeursstedenbeker, de voorloper van de UEFA Cup. Maar Evaristo zal vooral herinnerd worden aan zijn snoekduik in 1960 tegen Real Madrid in de eerste ronde van de Europa Cup I. Dankzij die treffer proefde Real voor het eerst de zure smaak van uitschakeling, na de eerste vijf edities van het belangrijkste Europese bekertoernooi gewonnen te hebben. Het werd hem snel vergeven, want twee jaar later maakte Evaristo de ook toen al gevoelige overstap naar Real Madrid, de club van generaal Franco.

Houden jullie niet van voetbal?
Die Evaristo ging in 1980 aan de slag in Doha, met in zijn kielzog zeven Braziliaanse jeugdcoaches. Wat hij aantrof aan de Perzische Golf leek op geen manier op het Qatar van nu. Van glanzende wolkenkrabbers was nog geen sprake, van luxe trainingscomplexen met felgroene grasmatten evenmin. Voetbal werd gespeeld op het strand en op zanderige velden, met af en toe een dorre grasspriet. Maar dat was niet het probleem: “Waarom schieten jullie die bal steeds de lucht in?”, vroeg Evaristo. “Houden jullie niet van voetbal?”

Het succes kwam snel. In 1981 mocht Qatar zich met zijn Braziliaanse coach opmaken voor zijn eerste WK in de nog prille voetbalhistorie. Het jeugd-WK, de voorloper van het WK onder 20, om precies te zijn. Evaristo leerde zijn spelers over de grond te spelen en met combinaties de weg naar het doel te zoeken. En hij leerde ze de buitenspelval, zoals het Nederlands elftal dat in 1974 aan de wereld had voorgeschoteld. In aanloop naar het WK in Australië nam hij zijn ploeg mee naar Brazilië, om een maand lang te trainen en liefst tien oefenwedstrijden te spelen. Dat wierp zijn vruchten af.

In de eerste groepswedstrijd in Brisbane tegen het sterke Polen wist Qatar al te stunten met een 1-0 zege. Een remise tegen de Verenigde Staten (1-1) bleek voldoende voor de kwartfinales, ondanks de 2-0 nederlaag tegen het Uruguay van Enzo Francescoli.

Het bleek pas het begin. In de kwartfinales wachtte namelijk Brazilië, het vaderland van bondscoach Evaristo. Het werd de wedstrijd van Khalid Salman. Het juichen van Salman, ongebreideld gepassioneerd als Marco Tardelli in de WK-finale van 1982, was misschien nog fraaier dan zijn loepzuivere hattrick tegen de Brazilianen.

En daarmee was het sprookje nog niet voorbij, want in de halve finales moest ook Engeland eraan geloven. Dit keer was de hoofdrol niet voor Salman – hij schoot zelfs een strafschop tegen de paal – maar voor zijn aanvalsmaatje Badr Bilal.

Pure schoonheid
Bilal hing al een tijdje in de lucht toen de voorzet eindelijk bij hem kwam. Geen seconde had hij getwijfeld over wat hij zou doen. Duizenden keren had hij dat al gedaan op de stranden van zijn thuisland, dus nu ook. De omhaal is pure schoonheid, stijlvol uitgevoerd, zoals Marco van Basten later in De Meer.
De Engelsen laten kans na kans liggen, totdat Mike Small (later nog actief voor Go Ahead Eagles en NAC) het nog even spannend maakt. Het is te laat: Qatar wint met 2-1 en schrijft geschiedenis door als eerste Aziatische ploeg de finale van een WK voetbal te halen.


Badr Bilal (links) en Khalid Salman aan de vooravond van de halve finale tegen Engeland

Na de sensationele uitschakeling van de favorieten Brazilie en Engeland wil iedereen wat van de Qatari. Cameraploegen rukken uit naar de training, waar de besnorde bondscoach zijn spelers om grote oranje wegpionnen laat dribbelen.
Aanvaller Badr Bilal, al goed voor twee doelpunten in de groepsfase, blijkt zelfs een aardig woordje Engels te spreken. Leven als een prof in Europa is toch vast de droom van alle Qatari? “Niemand droomt daarvan”, helpt Bilal de verslaggever uit de droom. “We houden ervan om te voetballen, maar niemand in Qatar leeft voor voetbal.”

De comfortabele omstandigheden voor een ingezetene van Qatar zijn vermoedelijk de reden dat de belofte van 1981 nooit helemaal is ingelost. In 1984 reist de ploeg wel voor het eerst af naar de Olympische Spelen. In Los Angeles begint de ploeg van Evaristo met een verdienstelijke 2-2 tegen de latere winnaar, het Frankrijk van Michel Platini, maar daar blijft het bij.
Ook het WK in Mexico blijft buiten bereik. Voor Qatar dan, want Evaristo – die ook nog even bondscoach van Brazilië was – is er wel, als bondscoach van Irak.

Terug naar Camp Nou
In 1992 keert hij nog één keer terug naar Qatar om het land te leiden op de Olympische Spelen. Niet zonder reden, want die Spelen worden georganiseerd in de stad waar hij als speler zijn grootste successen vierde, in Barcelona.
Maar om Camp Nou te halen moet hij eerst de poulefase overleven. Dat lukt, ondanks een 2-0 nederlaag tegen de latere kampioen Spanje met onder meer Luis Enrique en Pep Guardiola in de gelederen.
Evaristo geniet van elke minuut, maar kan de bal vanaf de bank niet met een snoekduik in het doel koppen. Het avontuur eindigt tegen Polen, de ploeg waartegen het elf jaar eerder in Brisbane allemaal begon.


Evaristo vandaag de dag

Kopje onder
Zo blijft het bereiken van de finale van het jeugd-WK van 1981 tot de Aziatische titel van 2019 het hoogtepunt in de Qatarese voetbalgeschiedenis. Een finale die trouwens met 4-0 verloren ging tegen West-Duitsland.
Nog voor de bal een keer gerold had in de Sydney Cricket Ground was Qatar al kansloos. Een stortvloed aan regen had het veld namelijk veranderd in een modderpoel. Geen Qatari had ooit in die omstandigheden gevoetbald. “Deze finale had nooit gespeeld mogen worden”, zou Evaristo na de wedstrijd zeggen.
Uiteindelijk ging Qatar dus toch kopje onder. Net als uitblinker Salman in zijn interview met de Duitse journalist vele jaren later.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Verplichte velden zijn gemarkeerd met *

Finale WK2018