Hij speelde vier WK’s, was aanvoerder van het Zuid-Korea dat onder Guus Hiddink in 2002 de sensationele vierde plaats bemachtigde en kwam in twaalf jaar tot 136 interlands. Myong-Bo Hong (44) is in zijn land een levende legende. Tijdens zijn laatste mondiale eindronde, het zo bejubelde toernooi op eigen bodem, nam de centrale verdediger de aanloop van zijn leven. Het was Hong die in de kwartfinale tegen Spanje, na een 0-0 gelijkspel, de beslissende strafschop binnenschoot tijdens een bloedstollende penaltyserie.
Nadat hij in 2004 als speler van LA Galaxy afscheid had genomen als prof, is Hong zich gaan richten op een trainersloopbaan. Langzaam maar zeker werkte de Zuid-Koreaan zich op. Eerst als assistent bij de nationale ploeg, daarna op eigen benen bij de ploegen Onder-20 en Onder-21. Met Korea Onder-20 wist Hong in 2009 de kwartfinale van het WK te halen. Met de olympische ploeg verraste hij door in Londen beslag te leggen op de bronzen medaille. Vorig jaar liep de voormalige libero nog zes maanden stage bij de man die de Koreanen een nieuw zelfbewustzijn gaf. Hong was assistent van Hiddink bij FC Anzhi alvorens afgelopen zomer te worden benoemd tot bondscoach van de “Taegeuk Warriors”. In Dagestan werkte hij ook samen met Ton du Chatinier, die nu zijn assistent is bij de Zuid-Koreaanse nationale ploeg. Tijdens het WK hoopt Hong zich voor het oog van de wereld te kunnen tonen. Zijn droom is als eerste Aziaat ooit een grote Europese club te trainen. De voorbije maanden trok hij Europa door. In de eerste plaats om zijn internationals te bekijken, maar ook om contacten te leggen. Ondertussen neemt het vertrouwen in het Koreaanse elftal toe. Vooral de 2-1 oefenzege op Zwitserland medio november deed denken aan de periode-Hiddink en zijn rode machine.